Spoed? 24/7 bereikbaar

Zeden

Weening Strafrechtadvocaten beschikt over gespecialiseerde advocaten op het gebied van Zeden. Voor dringende gevallen zijn onze advocaten 24 uur per dag bereikbaar door heel Nederland.
Antwoord op veelgestelde vragen
9.8
Advocaatscore
9.8
Advocaatscore

Wat zijn zedenmisdrijven?

Zedenmisdrijven zijn alle misdrijven die te maken hebben met de seksuele integriteit van een ander. In de samenleving denkt men dan al snel aan ernstige feiten als verkrachting, seksueel misbruik van minderjarigen en kinderporno. In het Wetboek van Strafrecht worden de volgende strafbare feiten benoemd die te maken hebben met zeden:

  • Aanranding
  • Verkrachting
  • Seksuele benadering van minderjarigen (sexchatting, corrumperen en grooming)
  • Kinderporno
  • Voorbereidingshandelingen met betrekking tot kinderporno
  • Bijwonen kinderpornovoorstelling
  • Wraakporno
  • Dierenpornografie
  • Seksuele handelingen met dieren
  • Seksuele intimidatie

Wat is het verschil tussen aanranding en verkrachting?

Het seksuele misdrijf aanranding kan zich in veel varianten voordoen. Kort gezegd gaat het om het ongewild seksueel betasten van het slachtoffer. Het ongewild aanraken van seksuele lichaamsdelen zoals borsten, billen en geslachtsdelen levert aanranding op. Dat kan met aanrakingen van zowel boven als onder de kleding. Het is dus niet vereist dat het blote lichaam wordt aangeraakt. Verder kunnen aanrakingen van andere lichaamsdelen aanranding opleveren als deze in de context een seksuele strekking krijgen. Men kan daarbij denken aan de ongewilde aanraking op het bovenbeen door de autorijschoolinstructeur. 

Het verschil tussen aanranding en verkrachting ziet erop dat bij verkrachting sprake is van het seksueel binnendringen van het lichaam. De wijze waarop en waarmee het lichaam wordt binnengedrongen is voor strafbaarheid niet relevant. Ieder vorm van binnendringen kan verkrachting opleveren. Onder omstandigheden is ook sprake van verkrachting als de verdachte het slachtoffer zichzelf laat binnendringen of bij een ander laat binnendringen.

Opmerking verdiend dat een tongzoen wordt uitgezonderd van verkrachting. In dat geval wordt gesproken van aanranding.

Wanneer is het verrichten van seksuele handelingen met een minderjarige strafbaar?

Seksuele handelingen met een minderjarige zijn strafbaar als die minderjarige jonger is dan 16 jaar. De wet gaat ervan uit dat jongeren vanaf hun 16e seksueel zelfstandig en verantwoordelijk zijn. Toch zijn er ook situaties waarin seksuele handelingen met een 16- of 17-jarige wél strafbaar zijn. Er zijn drie specifieke situaties waarin dit kan gelden:

  • De eerste situatie ziet op gedragingen met een eigen kind of een kind waarmee een bijzondere relatie bestaat. Daarbij dient te worden gedacht aan pleegouders, sporttrainers of leraren.
  • De tweede situatie ziet op een minderjarige in een bijzonder kwetsbare positie, door bijvoorbeeld een psychische stoornis, verstandelijke of lichamelijke handicap of een situatie van afhankelijkheid.
  • De derde situatie ziet op de omstandigheid dat gebruik wordt gemaakt van verleidingsmiddelen, zoals misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, beloften of giften.

Om te voorkomen dat seksueel experimenteergedrag tussen minderjarigen strafbaar wordt, heeft de wetgever een wettelijke strafuitsluitingsgrond gecreëerd. Dit geldt voor seksuele handelingen met jongeren tussen 12 en 16 jaar, mits er sprake is van een gering leeftijdsverschil en een gelijkwaardige situatie. Of er echt sprake is van zo’n gelijkwaardige situatie, wordt per geval beoordeeld. De rechter kijkt dan naar factoren zoals het leeftijdsverschil, het cognitieve ontwikkelingsniveau, de levensfase, de vrijwilligheid, de aard van de relatie en de soort seksuele handelingen.

Voor strafbaarheid is niet vereist dat de verdachte wist dat het slachtoffer minderjarig was. Ook de verdachte die aangeeft dat hij niet wist dat het slachtoffer pas 14 jaar was, omdat hij dacht dat hij of zij 18 jaar was, is dus strafbaar.

Wat is er veranderd in de nieuwe wetgeving van 1 juli 2024?

De wetgever heeft de zedenwetgeving per 1 juli 2024 gemoderniseerd. Voor juli 2024 gold voor strafbaarheid voor verkrachting of aanranding dat het slachtoffer moest zijn gedwongen tot het ondergaan van de seksuele handelingen. Dat is nu niet meer vereist. De wil van het slachtoffer staat nu centraal. Als de wil bij het slachtoffer ontbreekt om seksuele handelingen te verrichten, is sprake van strafbaar gedrag aan de zijde van de verdachte als hij deze seksuele handelingen alsnog verricht. Als sprake is van dwang, dan wordt er nu gesproken van gekwalificeerde aanranding of verkrachting. Dit is de zwaarste variant van aanranding en verkrachting.

Verder kan nu worden gesproken van delicten als schuldaanranding en schuldverkrachting. De verdachte is strafbaar als hij er ten onrechte vanuit ging dat de ander het seksueel contact wilde, terwijl er duidelijk waarneembare signalen waren waaruit de verdachte had moeten opmaken dat dit niet het geval was.

Op veel punten van de veranderde wetgeving is nog geen jurisprudentie te vinden, waardoor men afhankelijk is van de uitleg van de wetgever. Het is daarom van groot belang dat een advocaat de uitgebreide wetsgeschiedenis goed kent, zodat aan u een optimale bijstand kan worden verleend.

Deze nieuwe wet geldt niet met terugwerkende kracht. Strafbare feiten die zouden zijn gepleegd voor 1 juli 2024 vallen dus onder de oude wetgeving, waardoor dwang nog steeds een vereiste is voor strafbaarheid. Ook geldt in dat geval het oude strafmaximum.

Wanneer is er sprake van opzetaanranding en -verkrachting?

Er is sprake van opzetaanranding en -verkrachting als de verdachte weet dat de wil bij de ander tot het verrichten van seksuele gedragingen ontbreekt, dan wel als hij de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat deze wil ontbrak en toch heeft doorgezet. Als de verdachte ontkent dat hij wist van die ontbrekende wil, dan wordt het lastiger voor de rechter om tot bewijs te komen van opzetaanranding of -verkrachting. Daarom heeft de wetgever bepaalde toetsingskaders omschreven waarin dan op basis van signalen of situaties alsnog kan worden gekomen tot opzet.

1. Gedrag van de ander

De eerste situatie ziet op het gedrag van de ander. Als de ander duidelijke verbale of non-verbale signalen uit en de verdachte verricht toch seksuele handelingen, dan kan het volgens de wetgever niet anders dat de verdachte wist dat de wil ontbrak bij de ander. Bij dergelijke signalen kan men denken aan ‘nee’ of ‘ik wil dit niet’ zeggen, of gedrag als huilen, schreeuwen en wegduwen. Maar ook het passief opstellen door stilhouden of verstijven kan als dergelijk gedrag worden aangemerkt.

2. Gebruik van dwang

De tweede situatie ziet op het gebruik van dwang, geweld of bedreiging door de verdachte om tot seksuele gedragingen te komen. In dat geval kan het ook niet anders dan dat de verdachte weet van de ontbrekende wil, maar hem dit niks uitmaakt.

3. Wilsonbekwaam

De derde situatie ziet op het geval waarin het slachtoffer verkeert in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht, dan wel als het slachtoffer een zodanige psychische stoornis, psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap heeft, waardoor het slachtoffer niet (geheel) in staat is een wil te bepalen of kenbaar te maken over de seksuele handelingen, dan wel daartegen weestand te bieden. In dit geval wordt de wil in ieder geval geacht te ontbreken.

4. Onverhoeds handelen

De vierde situatie ziet op onverhoeds handelen. Indien de verdachte onverhoeds intieme lichaamsdelen van het slachtoffer betast, dan ligt in het onverhoedse karakter al besloten dat de wil hiertoe bij het slachtoffer ontbreekt. Dat geldt ook voor het onverhoeds binnendringen bij het slachtoffer.

5. Misleiding

De vijfde situatie ziet op misleiding. Afhankelijk van de omstandigheden van het geval kan misleiding worden gezien als het ontbreken van de wil bij het slachtoffer. De misleiding moet dan van voldoende gewist zijn en de onjuiste voorstelling van zaken moet rechtstreeks verband houden met de seksuele integriteit van het slachtoffer. Daarbij moet worden gekeken naar de aard van de seksuele handeling en de identiteit van de verdachte. Als het enkel gaat om randvoorwaarden of begeleidende omstandigheden, kan niet worden gesproken van misleiding van voldoende gewicht. De wetgever heeft enkele voorbeelden gegeven die onder misleiding zijn te scharen, zoals het geval waarin de verdachte zich voordoet als de levenspartner van het slachtoffer of wanneer sprake is van ‘stealthing’ (het heimelijk afdoen of beschadigen van een condoom).

6. Ongelijkwaardige verhouding

De zesde – en laatste – categorie ziet op het bestaan van een ongelijkwaardige verhouding. Er moet dan sprake zijn van een strafrechtelijk relevante ongelijkwaardigheid. Deze ongelijkwaardigheid zorgt er dan voor dat de wilsvrijheid wordt beïnvloed of beperkt. Men kan denken aan een juridische gezagsrelatie of een professionele zorgrelatie. In principe wordt de wil om seksuele handelingen te verrichten geacht te ontbreken. Om te kunnen spreken van strafrechtelijk relevante ongelijkwaardigheid moet aan de hand van factoren worden gekeken naar de omstandigheden van het geval. Deze factoren zijn de aard en mate van functionele ongelijkwaardigheid, de mate van zeggenschap over het functioneren van de ondergeschikte en het mogelijk verbinden van consequenties daaraan, en de mate waarin en wijze waarop door psychische druk of andere beïnvloeding tot seksueel contact is gekomen.

Wat zijn de straffen voor zeden?

Voor veel zedenmisdrijven wordt in het algemeen een gevangenisstraf opgelegd. Deze kan variëren van dagen en weken, tot maanden en jaren. De maximale straffen voor aanranding en verkrachting verschillen per leeftijdsgroep van het slachtoffer:

Straffen zeden overzicht

*** In deze gevallen wordt er geen onderscheid gemaakt tussen schuld en opzet. Bij seksueel misbruik van kinderen is het ontbreken van de wil van het kind geen vereiste voor strafbaarheid.

De wet kent ook diverse strafverzwarende omstandigheden waarmee de straf wordt verhoogd met maximaal drie jaren gevangenisstraf. Zo werkt het bijvoorbeeld strafverzwarend als de verdachte het feit samen met een ander heeft gepleegd of als de verdachte van het plegen van het feit een gewoonte heeft gemaakt. Ook werkt strafverzwarend als sprake is geweest van een familiaire relatie, een afhankelijkheidspositie of een bijzonder kwetsbare positie van het slachtoffer.

Verder is het mogelijk om bij veroordeling een verdachte bepaalde rechten en beroepen te ontzeggen.

Wat is het bewijsminimum?

In Nederland kennen we in het strafrecht een bewijsminimum. Dit bewijsminimum houdt in dat een bewezenverklaring minimaal moet worden gebaseerd op twee bewijsmiddelen. In de praktijk blijkt dat de rechter al snel aan dit bewijsminimum toekomt. Echter, in zedenzaken blijkt dit nog wel eens lastig. Kenmerkend voor zedenzaken is namelijk dat er meestal slechts twee personen bij betrokken zijn: de verdachte en de aangeefster. Andere getuigen zijn er niet. Het bewijsminimum houdt in dat een veroordeling niet kan worden gebaseerd op de verklaring van één getuige. Enkel de aangifte van de aangeefster is dus onvoldoende om tot een veroordeling te komen. Er is steunbewijs nodig. De aangifte moet namelijk in voldoende mate worden ondersteund door andere bewijsmiddelen. Wat die steun inhoudt, is in de praktijk lastig aan te geven. Iedere zaak wordt in zijn eigen omstandigheden van het geval beoordeeld.

Algemene regels zijn daarom slecht beperkt te geven. Voorzichtig kunnen enkele voorbeelden bijdragen als steunbewijs. Denk daarbij aan het aantreffen van bepaalde tekstberichten op de telefoon van de verdachte en/of het slachtoffer waarin wordt gesproken over de seksuele handelingen. Ook kan worden gedacht aan een verklaring van een getuige over kort na de gebeurtenis aangetroffen (emotionele) toestand van aangeefster, bijvoorbeeld als zij in shock of verdrietig was. In bepaalde gevallen kan een waargenomen gedragsverandering ook bijdragen als steunbewijs, bijvoorbeeld als een ouder een gedragsverandering heeft opgemerkt bij zijn of haar kind naar aanleiding van een voorval. Ook het aantreffen van letsel of forensisch bewijs zoals DNA kan bijdragen als steunbewijs.

Als in een strafzaak aan het bewijsminimum wordt voldaan, betekent dat niet dat dit automatisch tot een veroordeling leidt. De rechter moet namelijk ook de overtuiging hebben dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan. Ten aanzien van die overtuiging is een belangrijke rol voor de advocaat weggelegd. Dat kan zien op het advies dat de advocaat aan een verdachte geeft (zwijgen of verklaren?) maar ook de toon, opzet en inhoud van het pleidooi. Hoe betrouwbaar en geloofwaardig is het verhaal van de verdachte? En hoe (on)betrouwbaar en (on)geloofwaardig is het verhaal van de aangeefster? Gespecialiseerde advocaten hebben ruime ervaring in het optreden in zedenzaken en weten in het algemeen hoe rechters denken. Ook op de overtuiging kan een vrijspraak in bepaalde gevallen dus haalbaar zijn.

Waarom is het verstandig om een advocaat in te schakelen als u verdacht wordt van een zedenmisdrijf?

Een veroordeling wegens een zedenmisdrijf kan ernstige gevolgen hebben voor uw sociaal en professioneel leven. Niet alleen riskeert u een gevangenisstraf. Ook kunt u veel maatschappelijke afkeer ondervinden en problemen krijgen bij het verkrijgen van een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG). Daarnaast behoeven zedenmisdrijven een duidelijke, verantwoorde en juridisch juiste aanpak. Al in de voorfase moeten voor de einduitkomst bepalende beslissingen worden genomen. Het is daarom van groot belang dat een verdachte zo snel mogelijk een advocaat in de arm neemt die gespecialiseerd is in de zedenwetgeving. Niet iedere advocaat bezit deze kennis. Advocaten van Weening Strafrechtadvocaten hebben een grote kennis van de wetgeving en jurisprudentie rondom zedenmisdrijven. Twijfel daarom niet als u of iemand in uw omgeving in aanraking is gekomen met een zedenmisdrijf, en neem vrijblijvend contact op met een van onze advocaten.

Wij verlenen rechtsbijstand door heel Nederland

Bent u verdachte in een strafzaak?

Snel juridisch advies kan het verschil maken tussen vrijspraak of veroordeling. Neem direct vrijblijvend contact op met onze gespecialiseerde strafrechtadvocaten.

Spoed? 24/7 bereikbaar

Ons kantoor is aangesloten bij

Verdachte in een strafzaak?
Ontvang vrijblijvend juridisch advies.
9.8
Advocaatscore
Vul het contactformulier in en wij nemen binnen 24 uur contact met u op.