Wanneer is het verlaten van een plaats ongeval strafbaar?
Het verlaten van de plaats van een verkeersongeval waarbij u betrokken bent, kan onder omstandigheden worden gezien als een misdrijf, zo bepaalt artikel 7 van de Wegenverkeerswet 1994.
Iets kan worden aangemerkt als een verkeersongeval in vier gevallen:
- een botsing met een voertuig;
- een aanrijding met een voertuig;
- een overrijding met een voertuig;
- een handeling ter voorkoming van een van deze drie genoemde gevallen.
Wanneer u bij een van de voorgenoemde situaties betrokken bent, mag u de plaats van het ongeval niet verlaten indien iemand door dit ongeval is gedood of letsel heeft opgelopen. Ook wanneer er schade is toegebracht – veelal aan een betrokken voertuig -, is het verboden om zomaar weg te rijden. Ten slotte mag de plaats ongeval niet worden verlaten indien iemand – die daardoor letsel heeft opgelopen – in een hulpeloze toestand wordt achtergelaten.
Voorgenoemd verbod geldt voor degenen die zijn betrokken bij een verkeersongeval. Dit geldt dus niet alleen voor de persoon die (naar civiel recht) aansprakelijk is voor het veroorzaken van het verkeersongeval. Ook voor andere personen die fysiek bij het verkeersongeval zijn betrokken, is het verboden om de plaats van het ongeval te verlaten.
Het verbod vervalt op het moment dat u behoorlijk de gelegenheid heeft geboden om uw identiteit vast te laten stellen, alsook de identiteit van uw voertuig. Als u dus per ongeluk tegen een geparkeerde auto aanrijdt, hoeft u daar niet te blijven staan tot de eigenaar van die auto verschijnt. U voldoet aan uw plicht als u bijvoorbeeld een briefje achter laat met daarop uw persoons- en contactgegevens. Dit zodat alle zaken omtrent de verzekering en aansprakelijkheid op een later moment opgelost kunnen worden.
Kunt u zich later alsnog melden?
Als u als betrokkene de plaats van een verkeersongeval verlaat zonder dat u de gelegenheid heeft geboden om uw identiteit kenbaar te maken, maakt dat nog niet dat u zich onomkeerbaar schuldig heeft gemaakt aan dit misdrijf. De wegenverkeerswet voorziet namelijk in een inkeerbepaling (art. 184 WVW 1994). Deze bepaling houdt in dat u niet strafbaar bent als u uzelf binnen twaalf uur na het ongeval gaat melden bij de politie. Bij deze melding moet u uw identiteit en de identiteit van uw voertuig kenbaar maken.
De inkeerbepaling geldt alleen voor personen die zichzelf uit eigen beweging bij de politie gaan melden. Als u dat pas doet nadat u als verdachte bent aangemerkt of als verdachte wordt gehoord, heeft deze bepaling geen werking en bent u alsnog strafbaar. Het is dus mogelijk dat u binnen de twaalf uur volgend op het verkeersongeluk al wordt aangemerkt als verdachte en dan geen mogelijkheid meer heeft om uzelf te melden, ook al was dat uw intentie. Het is in een dergelijk geval dus belangrijk dat u naar de politie gaat voor de politie naar u komt.
Wat als u niet doorhad dat er een ongeval was?
In de bepaling van artikel 7 van de Wegenverkeerswet komt telkens naar voren dat de betrokkene “weet of redelijkerwijs moet vermoeden” dat er letsel en/of schade is ontstaan, iemand is gedood of in hulpeloze toestand verkeert. Strafbaarheid voor dit feit vooronderstelt daarmee een bewustheid van dat gevolg. Voor een veroordeling moet de rechter op basis van het dossier kunnen vaststellen dat u wist dat een van deze gevolgen was ingetreden, of dit althans had moeten vermoeden. Of u het wist zal voornamelijk uit uw eigen verklaring daarover moeten blijken. Dat u het had moeten vermoeden zal daarentegen op objectieve wijze worden vastgesteld. Er wordt dan met name gekeken naar de aard en de ernst van de schade die door het verkeersongeval is veroorzaakt. De hoofdregel is dat hoe groter de ernst en de aard van de schade is, hoe aannemelijker het is dat u dat heeft gemerkt.
Ook andere omstandigheden kunnen echter een rol spelen bij de beoordeling van de vraag of u zich bewust was van de schade. Een strafrechtadvocaat kan uw zaak analyseren om dergelijke – in uw voordeel werkende – omstandigheden te destilleren.
Welke straffen kunt u krijgen voor het doorijden na een ongeval?
De straf die u krijgt voor het verlaten van een plaats ongeval wordt in sterke mate bepaald door de gevolgen die dit verkeersongeval teweeg hebben gebracht. Op het verlaten van een plaats ongeval waarbij schade is ontstaan, staat een maximale gevangenisstraf van drie maanden of een geldboete van de derde categorie (€6.700, -). De maximale straffen voor het verlaten van een plaats ongeval waarbij iemand letsel heeft of sterft, dan wel in hulpeloze toestand wordt achtergelaten, zijn aanzienlijk hoger. Daarvoor krijgt u in het ergste geval een gevangenisstraf van een jaar of een geldboete van de vierde categorie (€16.700, -).
Naast de wettelijke maxima heeft het Openbaar Ministerie ook richtlijnen voor het verlaten van een plaats ongeval. Deze variëren van relatief lage geldboetes voor gevallen met slechts geringe materiële schade, tot meerdere maanden gevangenisstraf en lange ontzeggingen van de rijbevoegdheid voor gevallen waar iemand in hulpeloze toestand wordt achtergelaten.
Waarom heeft u een strafrechtadvocaat nodig?
Wanneer u verdacht wordt van het verlaten van een plaats ongeval, is het belangrijk om de hulp van een strafrechtadvocaat in te schakelen. De vraag of en de mate waarin u strafbaar bent, hangt in grote mate af van de manier waarop uw gedrag na afloop van een verkeersongeval wordt beoordeeld. Een strafrechtadvocaat met diepgaande kennis van het verkeersstrafrecht en alle relevante jurisprudentie kan u bijstaan in de zaak en helpen bij de juiste inkadering van de situatie. Dit kan allereerst het verschil maken voor de vraag of u schuldig bent aan dit misdrijf, maar ook voor welke straf u moet krijgen als u schuldig wordt bevonden. Neem vrijblijvend contact met ons op.