Verdachte wordt verweten dat hij zich, al dan niet samen met (een) ander(en), schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel met betrekking tot twee drugskoeriers en uitlokking van deze koeriers om vanuit Ecuador hoeveelheden cocaïne binnen het grondgebied van Nederland te brengen en/of de uitlokking van hun pogingen daartoe. Het hof komt tot de conclusie dat er geen sprake was van omstandigheden waarbij uitbuiting van de drugkoeriers kan worden verondersteld. Evenmin is komen vast te staan dat verdachte heeft gehandeld met het oogmerk van uitbuiting. Daarom wordt verdachte in hoger beroep vrijgesproken van mensenhandel. Het hof spreekt verdachte eveneens vrij van de uitlokking van de koeriers om drugs binnen het Nederlandse grondgebied te brengen en de uitlokking van hun pogingen daartoe.
’s Hofs oordeel over de strafoplegging is volgens de Hoge Raad niet juist (Rechtspraak.nl)
Hof heeft geoordeeld dat bij strafoplegging tot uitgangspunt moet worden genomen dat toepasselijk strafmaximum 15 jaren en 8 maanden bedraagt, omdat o.g.v. art. 63 Sr