Uit de processen-verbaal van de in hoger beroep gehouden terechtzittingen blijkt dat de verdachte zich op zijn zwijgrecht heeft beroepen en dat de verdachte omtrent het hier aan de orde zijnde ad informandum gevoegde feit in zijn geheel niets heeft verklaard. Voorts heeft de raadsman van de verdachte slechts aangevoerd dat ‘het ad informandum gevoegde feit (..) bij de strafmaat [kan] worden meegenomen’, doch inhoudelijk niets namens de verdachte naar voren heeft gebracht omtrent een erkenning door de verdachte van het begaan van het ad informandum gevoegde feit.
’s Hofs oordeel over de strafoplegging is volgens de Hoge Raad niet juist (Rechtspraak.nl)
Hof heeft geoordeeld dat bij strafoplegging tot uitgangspunt moet worden genomen dat toepasselijk strafmaximum 15 jaren en 8 maanden bedraagt, omdat o.g.v. art. 63 Sr