De rechtbank legt aan verdachte, in overeenstemming met de gemaakte vonnisafspraken, een gevangenisstraf op voor de duur van 28 maanden met aftrek van voorarrest. De rechtbank wijdt in de aanvulling op het verkorte vonnis overwegingen aan de aanvaardbaarheid van de gemaakte proces- en vonnisafspraken en aan de strafoplegging tegen de achtergrond van die afspraken.